GGO’s
De Commissie moet zich neerleggen bij de meerderheid en mag geen toelating verlenen
In een beroepscommissie van nationale experten vond het voorstel van de Europese Commissie om drie genetisch gewijzigde maïssoorten toe te laten voor teelt, begin deze week geen meerderheid. De tegenzin moet groot zijn, want de meeste lidstaten stemden tegen. En ook al bereikten ze hiermee geen gekwalificeerde meerderheid het is wel duidelijk een meerderheid tegen. De Commissie - die nu terug aan zet is - wil de toestemming toch doordrukken.
Beslissingen omtrent genetisch gewijzigde organismen (ggo’s) leiden via de zeer ondoorzichtige comitologie-procedure (zie artikel) steevast tot een impasse. Door de bijna systematische onthouding van enkele grotere lidstaten, en het onvermogen van de Commissie om lidstaten te overtuigen van het nut van ggo’s, eindigen de stemmingen vaak in ‘geen mening’. Precies dit fenomeen, was voor de Commissie een voldoende reden om het besluitvormingsproces aan te passen. Voorzitter Juncker noemde het regelmatig ‘ondemocratisch’.
Intussen blijft de Commissie wel vragen om ggo’s goed te keuren, ofwel voor teelt, ofwel voor import in de Unie (de laatste zes maanden liefst 25[1]). De stemming over deze voorstellen verloopt overigens via de oude ondemocratische regels.
De allerlaatste stemming over ggo’s (27 maart) in de beroepscommissie was een belangrijke, want het zou de eerste toestemming betekenen voor het telen van een nieuw ggo-gewas sinds 18 jaar[2]. Drie genetisch gewijzigde maïssoorten lagen voor: Bt11 van Syngenta en 1507 van Dupont voor een eerste toelating, en de MON810 van Monsanto voor een hernieuwing van de toelating. Hoewel er geen gekwalificeerde meerderheid is bereikt voor of tegen het voorstel, was er wel een duidelijke afkeer. 16 lidstaten verzetten zich tegen de nieuwe maïssoorten (Bt11 en 1507) en slechts 6 lidstaten stemden voor (resp. 14 en 8 voor de MON810).
Dit is niet zo verwonderlijk wetende dat vandaag al 17 lidstaten het gebruik van ggo-maïs op hun eigen grondgebied verbieden. Ook het Europees Parlement stuurde nog een duidelijk signaal in oktober tegen ggo’s, een onderwerp waar vele Europeanen bijzonder sceptisch tegenover staan[3].
En toch. De procedure laat toe dat de Commissie toch haar zin kan doorzetten, waarbij ze zich baseert op het positief advies van EFSA. Hoe moeten we dat uitleggen aan eurosceptici die Europa nu al verwijten enkel oog te hebben voor de grote bedrijven en geen rekening te houden met wat de burger wil...
Als de Commissie haar eigen regels volgt, nl. dat beslissingen niet mogen genomen worden tegen een ‘overheersende meerderheid’ in, en ze nog enige geloofwaardigheid wil houden inzake de toelatingsprocedure voor ggo’s, is er maar een mogelijkheid: de voorstellen intrekken en geen goedkeuring verlenen aan deze drie genetisch gewijzigde maïssoorten. Een beslissing die meteen ook historisch zou zijn: geen enkele ggo zou vanaf volgend jaar nog geteeld worden in Europa!
[1] Voor teelt : 3 maïssoorten ; voor gebruik in voeding of voeders (import) : 21 maïsvariëteiten; en katoensoort.
[2] Behalve de genetisch gewijzigde Amflora-aardappel die een kort leven beschoren was.
[3] Volgens de Europbarometer van 2010 is 61% van de Europeanen gekant tegen ggo’s in het veld en in voeding.